In Breda vond zaterdag het eerste evenement voor het NK in de Historical European Martial Arts van 2024 plaats. Op dit NK voor historisch zwaardvechten kwamen drie verschillende disciplines aan bod: de middeleeuwse combinatie Zwaard & Beukelaar, Rapier uit de Renaissance, en Militair Sabel uit de late 18e- en 19e eeuw.
In het rapiertoernooi strandden de zwaardvechters van MARS in de eliminatiefase, maar met Zwaard & Beukelaar en Sabel was er meer succes.
In het Zwaard & Beukelaar-toernooi wisten alle zes de deelnemers van MARS zich uit de poule-fase te knokken. Deze discipline is sinds enige tijd standaard onderdeel van de trainingen bij de MARS-afdeling in Groningen, maar bij MARS Zwolle, waar de focus ligt op het middeleeuwse langzwaard, is het tot op heden een ondergeschoven kindje. Des te indrukwekkender was de opmars van Jeroen Terpstra van MARS Zwolle, die een plek wist te bemachtigen in de brons-finale. In deze finale gaf Terpstra blijk goed overweg te kunnen met de stijl van de vroeg-16e-eeuwse zwaardmeester Achille Marozzo. Behendig gebruikmakend van de open houdingen die deze stijl kenmerken, bleek hij ditmaal een maatje te groot voor zijn tegenstander, jongeling Mart van den Burg (HVN, Oegstgeest). Met een leeftijdsverschil van ruim twee decennia toonde Terpstra aan dat zwaardvechten een sport kan zijn met een lange levensduur: De wedstrijd die voor maximaal drie ronden gepland stond was na twee ronden al beslecht, en leverde Terpstra zijn eerste NK-medaille in de Zwaard & Beukelaar-categorie op.
In het Sabeltoernooi was slechts één MARS-deelnemer te vinden. Trainer/Coach Maurice Booij vertegenwoordigde de club en wist het in deze discipline uitzonderlijk spannend te maken. De kwartfinale bleek al een nagelbijter toen die wedstrijd in gelijkspel eindigde en de winst pas in de verlenging in de wacht kon worden gesleept. De halve finale werd een zenuwslopende match met hoge scores van beide duellisten. Met een eindstand van 26-25 ging deze wedstrijd uiteindelijk naar opponent Siegfried Daal (HVN, Oegstgeest), die later ook goud won. In de brons-finale wachtte Alan Spanjaers van het Sint Michielsgilde Gouda. Hiermee werd het een clash van 19e-eeuwse Engelse sabelstijlen, waarbij Spanjaers traint en vecht volgens het onderwijs van de Victoriaanse Korporaal-Majoor John Waite, en Booij het systeem volgt van Sergeant William Tuohy, wiens onderwijs verplichte kost was in de Britse landmacht en marine in de tweede helft van de 19e eeuw. Spanjaers en Booij bleken aan elkaar gewaagd. De eerste ronde van deze opvallend sportieve wedstrijd eindigde al in een gelijkspel, en zelfs na de volle drie rondes van de wedstrijd was er nog geen winnaar bekend. Na onderling al te grappen over het doormidden zagen van de medaille, moest toch de wedstrijd volgens de spelregels worden beslist. In de sudden-death ging de winst uiteindelijk naar Booij.
De MARS-instructeur bleek erg verguld met het eremetaal. Na successen op eerdere NK's met Rapier, Zwaard & Beukelaar en Messer (een kort middeleeuws zwaard met maar één snijkant) ontbrak een sabelmedaille nog in de prijzenkast. "Het setje is eindelijk compleet! Dat was ook stiekem wel mijn hoop voor vandaag. En dan ben ik natuurlijk extra blij dat m'n clubleden het zo goed hebben gedaan, en er ook weer een Zwaard & Beukelaar-medaille naar MARS is gegaan. Volgens mij laat dat zien dat we zeker op de goede weg zijn."
Voor de Zwaardvechters van MARS wacht de volgende uitdaging na de zomer, wanneer het tweede en laatste evenement in het NK plaatsvindt, volledig gericht op het tweehandige langzwaard.