De verdachte werd eind november 2022 aangehouden na een aangifte. Bij een doorzoeking in zijn woning werden digitale goederen in beslag genomen. Deze zijn onderzocht en heeft de politie op het spoor gebracht van meer slachtoffers van online misbruik. Het onderzoek is gestart in IJsselland, maar inmiddels zijn er ook slachtoffers uit de rest van het land en een klein aantal uit het buitenland bekend. Op dit moment is van 31 slachtoffers de identiteit vastgesteld. Van 16 meisjes moet dit nog gebeuren. De ouders van de slachtoffers worden ingelicht en hen wordt gevraagd om aangifte te doen. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat er fysieke ontmoetingen tussen de verdachte en de slachtoffers hebben plaatsgevonden.
De verdachte heeft in voorlopige hechtenis gezeten en verscheen vandaag voor het eerst voor de rechtbank in Zwolle. De zaak werd nog niet inhoudelijk behandeld, omdat het onderzoek nog niet is afgerond.
De officier van justitie betoogde dat de verdachte gedurende het onderzoek in voorlopige hechtenis moest blijven zitten, onder andere omdat nog niet alle slachtoffers geïdentificeerd en ingelicht zijn. Bovendien zijn de feiten ernstig: tientallen jonge meisjes zijn aangezet om vergaande seksuele handelingen bij zich zichzelf uit te voeren en te filmen. Dit is ten laste gelegd als ontucht. Ook wordt de verdachte verweten dat hij schadelijke afbeeldingen naar minderjarigen heeft gestuurd. Verder staat er bezit en vervaardigen van kinderporno op de tenlastelegging. Ook wees de officier van justitie op het gevaar dat de verdachte in herhaling valt, gelet op de stoornis die bij hem is vastgesteld. Om die reden verzette de officier zich tegen het verzoek van de verdachte om zijn voorlopige hechtenis te schorsen.
De rechtbank sprak van ernstige feiten, maar besloot de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen. De man komt op vrije voeten, maar moet zich wel houden aan voorwaarden, zoals contact met de Reclassering. Het Openbaar Ministerie is verrast door deze beslissing van de rechtbank, maar heeft geen wettelijke mogelijkheid om hiertegen in beroep te gaan.