Voor de rechtbank in Zwolle heeft de officier van justitie vandaag 30 jaar gevangenisstraf geëist tegen een 34-jarige man, voor de dubbele moord gepleegd op 30 maart vorig jaar bij de McDonalds in Zwolle. In het requisitoir van de officier was, behalve voor het motief, het leed van de nabestaanden en de vraag of hier sprake was van moord of doodslag, veel aandacht voor de bijzondere omstandigheden. Zo begon de officier zijn verhaal met een beschrijving van de surrealistische aanblik van het fastfoodrestaurant, nadat alle bezoekers zijn weggevlucht. Een zakje friet op een tafeltje, een achtergelaten jas, en onder de tafel één kinderlaarsje en een pop. Achtergelaten door een moeder en haar 2-jarige dochter. Tien meter links van dit tafeltje zijn de benen te zien van één van de twee mannen, die hier kort tevoren dood geschoten zijn.
Conflict
Uit het onderzoek is gebleken dat er een conflict was over geld tussen de verdachte en een familielid (zoon c.q. neef) van de latere slachtoffers. Het staat vast dat verdachte veel geld aan dit familielid heeft betaald en er zijn aanwijzingen dat hij dit, ondanks toezeggingen, niet allemaal heeft teruggekregen. Hierdoor raakte de verdachte in financiële moeilijkheden. Uit het dossier blijkt ook dat de verdachte, direct en indirect, is bedreigd door dit familielid, omdat hij herhaaldelijk om terugbetaling van zijn geld vroeg. Maar de laatste bedreigingen dateren van drie maanden voor het fatale schietincident en zijn volgens het OM ook niet als afpersing te kwalificeren.
De verdachte zegt ook door de twee latere slachtoffers bedreigd te zijn. Maar daar is volgens het OM geen bewijs voor. Er zitten geen verklaringen over in het dossier, en het past ook niet in het beeld dat relevante getuigen van de slachtoffers schetsen. Tijdens de ontmoeting in de Mc Donalds, die al 50 minuten duurde voordat er geschoten werd, was het gesprek geagiteerd, maar van wiens kant dat kwam en met welke intentie, is niet helder geworden.
‘Getuigen die verdachte zien schieten, zien geen emotie bij hem’, aldus de officier van justitie. De verdachte haalt 1,5 minuut voor het lossen van de fatale schoten nog een bestelling. ‘Direct na terugkomst en het neerzetten van de bestelling op tafel, terwijl hij nog staat en de slachtoffers zitten, schiet hij op hen. Dat doet hij rustig en doelgericht; een getuige met ervaring met wapens schat het handelen in alsof het geoefend is. Elk schot is raak. Na het schieten loopt verdachte rustig weg.’
Moord
De verdachte zelf zegt geen herinnering meer te hebben aan het schieten, een verklaring die het OM onaannemelijk acht. Dat de verdachte niet verklaart over het schieten en zijn gemoedstoestand, staat volgens de officier van justitie een veroordeling voor moord niet in de weg. Er zijn diverse omstandigheden die erop wijzen dat het geen opwelling was. De officier noemde bijvoorbeeld het al maanden durende conflict over geld en de overtuiging van de verdachte dat ook de slachtoffers bij ‘de oplichting’ betrokken waren. Ook nam verdachte een pistool mee naar de ontmoeting. ‘Verdachte heeft een besluit genomen waarover hij van te voren heeft kunnen nadenken en zich rekenschap van de gevolgen heeft kunnen geven’, aldus de officier van justitie in het requisitoir. ‘Verdachte had zich al voorgenomen om het familielid van de slachtoffers ‘terug te betalen’. De twee mannen in de Mc Donalds horen bij hem en dus neemt verdachte een wapen mee. Ongeacht wat de mannen zouden gaan zeggen, ze waren kansloos.’
Van overmacht, waardoor de verdachte niet strafbaar zou zijn, is geen sprake en ook niet van ontoerekeningsvatbaarheid.
‘Verdachte heeft de twee mannen doelbewust doodgeschoten. Met als drijfveer frustratie of wraak, of een combinatie van beide. Waarbij deze twee slachtoffers niet de belangrijkste actoren waren in het conflict dat aan de schietpartij ten grondslag ligt. Extra wrang is dat hij de familie al jaren kende. Verdachte heeft van beide mannen hun grootste goed, hun leven, ontnomen en daarmee enorm leed veroorzaakt in wat een zeer hechte familie was. Echtgenoten, kinderen, kleinkinderen en andere familieleden zijn allen een stuk van hun leven kwijtgeraakt. De enige die daarvoor verantwoordelijk is, is verdachte.’
Gevangenisstraf
Tot slot motiveerde de officier van justitie waarom niet een levenslange gevangenisstraf, maar de maximale gevangenisstraf van 30 jaar passend is. In verreweg de meeste gevallen waarin er sprake is van twee dodelijke slachtoffers en levenslang wordt opgelegd, zijn er meerdere incidenten of werden er naast het levensdelict nog andere strafbare feiten gepleegd. Daar is hier geen sprake van.
‘Daarnaast heeft de verdachte spijt betuigd, geen strafblad en een persoonlijk motief, hetgeen nadrukkelijk anders is dan in bijvoorbeeld koelbloedige liquidatiezaken waar veelal elke persoonlijke relatie tussen schutters/opdrachtgevers en slachtoffers ontbreekt. Ook wordt het gevaar op herhaling, als laag ingeschat.’
Alles afwegende vindt het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf van 30 jaar, welke de facto neerkomt op 28 jaar uitzitten, passend.