Op de plaats delict wordt het slachtoffer gevonden door een man die zijn hond uitlaat en schoten hoort. Het slachtoffer is meerdere keren door kogels getroffen, een schot in de borst wordt hem die dag fataal.
Op basis van onder meer camerabeelden en getuigenverhoren is volgens het OM op te maken dat het de verdachte is die op die plek op dat tijdstip de doodslag pleegt. Zijn auto wordt herkend op beelden. Meerdere getuigen zien dat er één persoon in dat voertuig zit en dat dat degene is die als laatste contact heeft op het moment dat het latere slachtoffer nog in leven is. Er is vlak voor het schietincident contact tussen de twee. Volgens een getuige is het duidelijk dat er tussen hen een dreigende sfeer bestaat.
Diezelfde avond nog wordt de Zwollenaar aangehouden. Op de jas die in verdachtes auto ligt worden schotresten aangetroffen. Ook op zijn handen zitten schotresten. In de auto ligt een patroon die ‘doorgeladen is’ door het wapen waarmee het slachtoffer is beschoten. Opgeteld komt het Openbaar Ministerie tot de conclusie dat er voldoende bewijs is om verdachte als dader aan te wijzen. Bovendien: “Verdachte is niet in staat gebleken om de belastende omstandigheden uit te leggen”, aldus de officier van justitie vandaag voor de rechtbank in Zwolle. “In simpel Nederlands: als je het niet gedaan hebt, zou je één en ander moeten kunnen verklaren. Doe je dat niet, dan is de logische conclusie dat je het ‘gedaan’ hebt.”
De achtergrond en context van zijn daad is niet opgehelderd. Het OM: “Waarom hij hem zocht en met welke intentie, dat weten we niet.
Dat kan ook na het onderzoek naar ‘motieven’ niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld. Een deel van de waarheid is in ieder geval dat verdachte zijn slachtoffer heeft doodgeschoten.” Wat ook zeker is: “Verdachte heeft zo een vader en een moeder van hun zoon beroofd en ook anderen veel verdriet aan gedaan.” Daarbij én bij de ernst van het delict past in de ogen van het OM een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf.