ZWOLLE - Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeelt twee broers van 31 en 30 jaar oud tot 9 en 13,5 jaar gevangenisstraf voor het samen met anderen plegen van – onder andere – een poging tot moord op twee personen op 26 oktober 2019 in Zwolle. De broers zijn daarnaast veroordeeld voor diverse andere feiten, zoals drugshandel en beroving. De jongste broer wordt ook veroordeeld voor een deel van de voorbereidingshandelingen voor moord waarvan hij werd verdacht. Van een andere poging tot moord in 2016 in Zwolle was de oudste broer al eerder vrijgesproken door de rechtbank Overijssel, het hof spreekt nu ook de jongste broer hiervan vrij.

Ten slotte worden beide broers vrijgesproken van het uitlokken van moord. Van twee handlangers is één vrijgesproken van het meehelpen bij die poging tot moord in 2016. De andere is veroordeeld voor betrokkenheid bij de beroving tot de maximale taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden.

Daarnaast zijn de beide broers veroordeeld tot het vergoeden van schade aan het slachtoffer van die beroving.

Het hof komt daarmee in hoger beroep tot meer vrijspraken van feiten dan de rechtbank Overijssel, die in juni 2021 de beide broers 19 en 13 jaar gevangenisstraf had opgelegd.


Gebeurtenissen in Zwolle

De feiten spelen zich allemaal af in 2019 in Zwolle (op de poging tot moord in 2016 na) en de feiten staan in de media bekend als de ‘Zwolse drugsoorlog’.


Onbetrouwbare en ongeloofwaardige verklaringen

In hoger beroep draaide het voor een groot deel om de vraag of de verklaringen van een specifieke getuige voor het bewijs mochten worden gebruikt. Het hof vindt, net als de verdediging, dat deze getuige onvoldoende betrouwbaar is en gebruikt zijn verklaringen niet voor het bewijs. Dat leidt tot vrijspraak van de meeste voorbereidingshandelingen voor (een andere) poging tot moord in 2019.


Straffen hoger én lager

Echter, het hof is van mening dat de feiten die het hof wél bewezen verklaart zo ernstig zijn dat voor de jongste broer een gevangenisstraf van 20 jaren het uitgangspunt moet zijn. Aan de andere kant heeft de zaak, zeker in hoger beroep, erg lang geduurd en is bovendien in de tussentijd de regeling rond de voorwaardelijke invrijheidstelling zeer in het nadeel van de verdachten veranderd. Hierdoor zouden zij nu een veel groter deel van hun straf moeten uitzitten dan in de tijd dat de rechtbank de vonnissen wees. Om die reden matigt het hof de straf dusdanig dat de straffen weliswaar lager uitvallen, maar houdt het hof in het achterhoofd dat de verdachten een groter deel daarvan ook daadwerkelijk zullen moeten uitzitten.

De oudste broer had daarbij een kleinere rol in de feiten, met name ook in het ernstigste feit (de poging tot moord in 2019) en heeft bovendien een deels bekennende verklaring afgelegd. Zijn straf valt daarom lager uit dan in de zaak van de jongste broer. De jongste broer heeft duidelijk het grootste aandeel in de uitvoering van de feiten gehad en bovendien heeft hij betrokkenheid bij alle feiten ontkend. Het hof rekent hem dat zwaar aan.


‘Zwolse drugsoorlog’

Hoewel het hof de term ‘Zwolse drugsoorlog’ niet in de uitspraken heeft gebruikt is het het hof wel duidelijk geworden dat de feiten zich hebben afgespeeld tussen twee groepen in Zwolle die ruzie hebben gekregen over het krijgen of behouden van hun posities op de Zwolse drugsmarkt. Dit heeft geleid tot nietsontziend geweld, waarbij zware vuurwapens zijn gebruikt en vaak over en weer is geschoten. Het is een wonder dat er geen dodelijke slachtoffers zijn gevallen. Niettemin hebben de feiten de maatschappij als geheel, maar zeker in Zwolle en omgeving, destijds geschokt en de gevoelens van onveiligheid in Zwolle vergroot.