ZWOLLE - Een 17-jarige jongeman uit Nieuwleusen is vrijgesproken van het stichten van brand in zijn ouderlijke woning. Bij die brand kwam zijn broer om het leven. De rechtbank Overijssel concludeert dat het niet duidelijk is geworden hoe de brand is ontstaan. Hierdoor kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de brand is aangestoken en dat verdachte dit zou hebben gedaan.
Beide zoons vermist
In de vroege ochtend van 14 juli 2019 krijgt de politie melding van een woningbrand in een woonwijk in Nieuwleusen. De ouders van het gezin zijn de woning ontvlucht, hun twee zoons worden nog vermist. Iets voor half zes vindt de brandweer op een slaapkamer op zolder het stoffelijk overschot van de oudste zoon, de andere zoon wordt dan nog vermist. Deze zoon meldt zichzelf bijna drie uur later bij het afzetlint van de politie. Op dat moment was hij warrig in zijn uitlatingen, rook naar alcohol en had roetvegen in zijn gezicht. In de woning worden drie brandhaarden aangetroffen: op zolder, in de woonkamer en in de keuken.
Onderzoek door politie en NFI
De grootste brandhaard bevond zich op de zolderslaapkamer van de verdachte. In de woonkamer woedde brand op een houten tafeltje en in de keuken heeft een schaal met chocolade gebrand. Deze twee laatste – kleine – brandhaarden zijn uit zichzelf uitgegaan. Zowel de politie als het Nederlands Forensisch Instituut hebben na de brand onderzoek gedaan. De politie heeft geen technische oorzaak van de brand op zolder gevonden. Daarnaast zijn er geen aanwijzingen dat er brandversnellende middelen aanwezig waren. De juiste oorzaak van de brand kan niet worden vastgesteld. Uit het NFI onderzoek blijkt dat alle brandsporen aangeven dat het bed van de verdachte in een vroeg stadium van de brand moet zijn ontbrand. Maar niet is vast komen te staan waar de brand precies begonnen is. Het NFI onderzoek, en de eerdere onderzoeken, geven geen antwoord op de vraag hoe de brand op zolder kon ontstaan. Een andere oorzaak dan brandstichting is dus niet uit te sluiten.
Verklaring verdachte
Ook de verklaringen van de verdachte zelf geven geen antwoord op deze vraag. Hij verklaart dat hij wakker werd van een knal en overal brand zag. Vanaf dat moment kan hij zich niets meer herinneren. Deskundigen hebben niet de indruk dat de jongeman bewust dingen verzwijgt of dat hij het geheugenverlies in scene zet. De psychiater noemt hem een jongen met een bijzonder slecht geheugen. Zijn verklaringen zijn consistent en hij komt oprecht over. Zijn gedrag is dan misschien opmerkelijk, maar dat kan niet tot de conclusie leiden dat hij leugenachtig heeft verklaard zoals de officier van justitie stelt. Welke invloed zijn alcoholgebruik op hij de avond voor de fatale brand heeft gehad is niet goed te zeggen. Het feit dat hij die avond ruzie had met zijn vader heeft volgens de rechtbank geen doorslaggevende betekenis. Zowel de jongen als zijn vader verklaren dat de ruzie is bijgelegd voordat ze gingen slapen.
Meest prangende vraag blijft onbeantwoord
Zowel de verschillende onderzoeken als de verklaringen van de jongen geven geen antwoord op de meest prangende vraag: hoe is de brand ontstaan? De rechtbank komt dan ook tot het oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte verantwoordelijk is voor brandstichting en spreekt hem integraal vrij. Dat deze zaak alleen maar verliezers kent staat vast. De brand is een dramatische gebeurtenis voor de ouders, maar ook voor de verdachte zelf. In de periode dat zij rouwden om de dood van hun zoon en broer werden zij geconfronteerd met het – onvermijdelijke – politieonderzoek en de media-aandacht voor de brand. Bovendien heeft de verdachte een tijd vast gezeten. Er zijn nog altijd vragen onbeantwoord, dat is onverkwikkelijk. Met name voor de verdachte en zijn ouders.