De verdachte bekende alleen dat bepaalde handelingen zoals strelen en zoenen met het zojuist genoemde 14/15-jarige meisje hebben plaatsgevonden. Hij spreekt van oppervlakkig lichamelijk contact en stelt dat sprake was van een affaire. Daar maakte de officier van justitie korte metten mee: “Hoezo een affaire? Een volwassen man van 30/32 met een meisje van 14/15?” De verdachte ontkende dat hij de andere slachtoffers seksueel grensoverschrijdend heeft betast. Het OM acht de verklaringen van de slachtoffers echter geloofwaardig. “Zij verklaren gedetailleerd en consistent. In het gedrag van verdachte zit een patroon, maar ook in het soort handelingen en de omstandigheden waaronder deze handelingen plaatsvonden. Hiervan was bij alle vier de slachtoffers sprake. Zij raakten verstrikt in het web van verdachte en zij hebben zich volkomen ten onrechte schuldig gevoeld,” aldus de officier van justitie.
De officier stelde dat de gebeurtenissen enorme impact hebben gehad op de slachtoffers: ”Vandaag de dag, na vijf á zes jaar, ondervinden zij nog steeds de gevolgen van deze inbreuk op hun lichamelijke en geestelijke integriteit. Ik neem deze verdachte zeer kwalijk dat hij als volwassen man op deze manier met de gevoelens van minderjarigen omging. De slachtoffers waren voor hun seksuele ontwikkeling in een belangrijke fase van hun leven, hij wist dat zij op seksueel gebied nog niet volwassen waren. Hij heeft zich daar niet om bekommerd. Hij had het volgens zijn eigen verklaring thuis in die tijd zwaar en zocht afleiding. Hij heeft daarmee echter de jeugd van zijn slachtoffers beschadigd”.
Bij de strafeis hield de officier van justitie rekening met het feit dat de feiten gepleegd werden over een lange periode, globaal van 2014 tot 2023. Verdachte maakte in deze periode meerdere slachtoffers en het misbruik vond ook met regelmaat plaats. “Als judotrainer was het juist zijn taak om slachtoffers zelfvertrouwen te geven. In plaats daarvan hebben zij door zijn toedoen juist zelfvertrouwen verloren. Eén van de slachtoffers gaf tijdens de zitting aan niemand meer te durven vertrouwen en mentaal stuk te zijn. Judo is een contactsport en juist van een trainer mag worden verwacht dat hij weet waar de grenzen liggen. Leerlingen, ouders en ook een judovereniging zouden daarop moeten kunnen vertrouwen. Met zijn gedrag heeft verdachte niet alleen de slachtoffers, maar ook de beroepsgroep benadeeld. Deze zaak heeft een negatieve uitstraling op de judosport.”
Verder was de officier van justitie niet te spreken over de proceshouding van verdachte omdat deze geen verantwoordelijkheid heeft genomen en geen berouw of mededogen heeft getoond. “Hij ontkent de meeste aantijgingen en stelt daarmee dat zijn slachtoffers liegen. Met deze proceshouding heeft verdachte het herstel van het toegebrachte leed bij de slachtoffers in elk geval niet bevorderd.” De officier benadrukte tot slot dat een lange gevangenisstraf passend is: “Gelet op de ernst van de feiten, uit oogpunt van vergelding en als signaal naar de samenleving kan het niet anders dan dat ik de rechtbank vraag en forse gevangenisstraf op te leggen van 4 jaar waarvan een jaar voorwaardelijk, met de door de reclassering geadviseerde voorwaarden waaronder een behandeling.” Daarnaast is, zoals genoemd, een bijkomende straf geëist, te weten een beroepsverbod als judotrainer van minderjarigen voor de duur van 5 jaar.